Remilia~ schreef:Stelling van de week:
Een mensenleven is belangrijker dan een dierenleven
Ik ben wat laat, maar ik wens alsnog op deze stelling te reageren en heb eindelijk de energie bijeen geraapt om dit te doen.
Objectief gezien, buiten de perceptie van levende wezens, kan er volgens mij geen waarde worden gehecht aan leven van eender welke aard. In feite is het begrip "waarde" iets dat impliciet verweven is met het toekennen hiervan, wat enkel kan door een wezen met de mogelijkheid hiertoe. Het resultaat is dat waarde niet objectief, maar slechts relatief kan worden beoordeeld.
Ik wens bovendien te betogen dat relatief gezien inderdaad waarde aan een leven kan worden toegekend, dierlijk of menselijk, en over deze barriere heen. Twee gedachtenexperimenten maken dit voor de meesten snel duidelijk. Beeld je in dat je dient te besluiten tussen het sparen van het leven van een kat, hond, of ander dier dat we neigen te associëren met gezelschap, en dat van een mier. Ongeacht filosofische implicaties denk ik dat met een hamer boven elk van deze de mier het al snel zal moeten bekopen. Ook zonder keuze is het onderscheid duidelijk, aangezien de meesten onder ons een veel grotere mentale impact zullen voelen bij het per ongeluk aanrijden van een kat of hond met de wagen, dan per ongeluk op een mier te zijn gaan staan.
Beeld je als twee gedachtenexperiment in dat je ziet dat er een ongeluk zal plaatsvinden, waarbij zowel een jong kind als een oudere persoon, geen van beide kennissen van je, in gevaar zijn. Je kan elk met even grote waarschijnlijkheid uit gevaar brengen, maar slechts één van hen, niet beide. Welke kies je? Ik geloof dat het merendeel van ons zou besluiten het kind te helpen. Opnieuw is er een waardeoordeel gemaakt. Met andere woorden, waarde wordt wel degelijk toegekend aan leven.
Waar komt de toekenning van dergelijke waarde vandaan? Vanuit onze genetische predispositie hiertoe. Een diersoort waarvan de leden geen of te lage interesse tonen in het beschermen van hun soortgenoten (of tenminste deze binnen de eigen sociale kring) zijn in het nadeel tegenover een soort die dit wel doet. Samenwerking en een remming op het toebrengen van schade aan leden van de eigen soort verhogen de overlingskansen.
Is er ook een dergelijk voordeel bij het beschermen van leden van een andere soort? Tot op zekere hoogte wel, maar minder direct. Dit speelt een rol in het behoud van het eigen habitat en het nut dat andere soorten kunnen bieden aan de eigen soort. Aangezien dierlijk leven zich in stand houdt bij gratie van de consumptie van ander leven (al dan niet dierlijk) moet hier ook enige waarde aan worden toegekend voor een succesvol bestaan. Ook buiten consumptie bieden andere soorten nut door het werk dat ze kunnen verrichten, of hun waarde voor ons als gezelschapswezens.
Deze waarde is moeilijk eendimensionaal uit te drukken. Het is niet een eenduidig cijfer dat kan worden gegeven per soort ten opzichte van een andere soort. Om te beginnen gaat de waarde anders zijn van één individu ten opzichte van een ander omwille van genetische verwantschap, vertrouwdheid en andere factoren. Echter, mochten we alle factoren comprimeren naar een soort van eenduidige meting, dan lijkt het me dat we dierlijk leven per soort kunnen plaatsen in een spectrum. Over de bescherming van bacteriën maken we ons doorgaans geen zorgen buiten hun mogelijke waarde voor ons, maar dit is zuiver vanuit zelfbehoud gedreven, geen empathie. Insecten lijken we doorgaans te plaatsen onder zoogdieren. Mochten we deze waardes, vanuit ons perspectief, uitplotten op een grafiek, dan denk ik dat we een sterke piek bij onze eigen soort zouden zien.
Volgens mij is er dan ook niets unieks aan menselijk leven dat ons objectief meer waarde geeft dan een andere soort, noch subjectief meer waarde vanuit het standpunt van andere soorten. Zou het niet zo zijn dat als wij als meerderen gecreëerd waren, boven alle andere wezens, het logisch zou zijn dat deze wezens ook ons bestaan als het hogere goed beschouwen? En instinctief onze bescherming boven die van hun soortgenoten of zelfs zichzelf zouden stellen? Dit is mogelijk het geval bij honden, ons langstlopende experiment in genetische manipulatie, maar veel geluk met een leeuw te overtuigen je te beschermen van een andere leeuw.
De neiging van mensen om onszelf apart te stellen, alsof we buiten de "regels" vallen, is het resultaat van die piek. Het waardeoordeel over een mensenleven is in het gros van de gevallen voor ons zoveel hoger dan over een ander dierenleven, dat deze sprong de illusie geeft van een werkelijk aparte waardeschaal te zijn.
Dit is de reden dat ik vegetariër ben. Voor mij is het leed van dieren niet minder reëel dan dat van mensen. Is het enigzins gemakkelijker te negeren? Zal het reduceren van menselijk leed voorrang krijgen op dat van dierlijk leed? Natuurlijk is mijn antwoord "ja". Maar niet omdat ik geloof dat het bestaan van mensen op een apart niveau staat, wel dat ik me realiseer dat ik als mens een relatief hogere waarde toeken aan medemensen. Het logische gevolg is ook dat ik niet geloof dat dieren op een apart niveau onder ons bestaan, en het ons dus vrij staat om zonder enig ethisch bezwaar ze te behandelen zonder respect voor hun mentale en fysieke gezondheid en vrijwaring van pijn.
De consumptie van vlees en vis is niet noodzakelijk voor mij. M'n voorgezette bestaan is hier het bewijs van. Ik weet echter met zekerheid dat de beperkte empathie van velen voor dieren, samen met het feit dat zelfs het toedienen van mishandeling tot gewenning en uiteindelijk apathie leidt*, als gevolg heeft dat de behandeling van dieren gekweekt voor consumptie sterk te wensen over laat. Bovendien is de dichte menselijke bevolking over grote delen van de wereld gekoppeld aan de toegenomen consumptie van vlees en vis met relatieve daling van prijzen ten opzichte van deze eens luxeproducten een recept voor een ware massaproductie van levende wezens, met alle beperkingen inzake het toezicht op hun welzijn als gevolg. De onnoodzakelijke consumptie van de resulterende producten beschouw ik als het steunen van geïnstitutionaliseerde foltering van levende wezens voor het eigen genot en gemak. Als wezens met een duidelijke keuze hierin en onze capaciteit tot het benutten van alternatieven, zie ik het als onze plicht dit te beperken en productie terug te dringen tot een niveau waarin respectvol omgaan met deze dieren mogelijk wordt.
De kern van m'n betoog is aldus. Ik beweer dat er geen objectieve waarde aan leven, of aan zaken in het algemeen, kan worden gegeven. Enkel subjectief kan waarde worden toegekend, gezien het feit dat toekenning van waarde gebeurt door hetzelfde bewustzijn dat waarde definiëert. Ik beweer dat mensen geen geïsoleerde plaats hebben ten opzichte van dieren, maar dat toekenning van waarde zich op een spectrum bevindt waarbij we aan onze eigen soort een buitenproportionele waarde hechten. In concludeer dat hierdoor we het lijden van dieren en de bescherming van hun leven niet als apart mogen beschouwen, maar tot op een bepaalde hoogte in rekening moeten brengen volgens de methodes waarmee we dit voor onze eigen soort doen.
* Gewenning en apathie tegenover fysieke en/of mentale foltering kan volgens geen enkele bron worden bewerkstelligd. Daarentegen treedt deze wel op bij de andere kant van de vergelijking. Personen die worden opgelegd aan anderen pijn te berokkenen en hier in eerste instantie walging voor voelen, zullen met herhaaldelijke toepassing deze almaar minder ervaren en na verloop van tijd dit zelfs gewoon als hun taak kunnen komen te zien. Voor informatie kunnen de referenties in dit artikel zorgen, maar wees gewaarschuwd indien je een gevoelige ziel bent. Bedenk dat dit gaat over mishandeling van mensen ten opzichte van elkaar; wetende dat de waarde die we toekennen aan dierenlevens doorgaans lager ligt, zijn de excessen die we daar toestaan nog veel groter.