Ja, daar had ik daarnet nog een beetje gerommeld met mijn Word en nu kwam dit eruit, een fanfiction van Touhou 1-14 door mijn eigen ogen. Probeer dit niet serieus te nemen, deze fanfic is maar losjes gebaseerd op de events die in Gensokyo plaatsvonden, ik heb er alleen maar mijn humoristische draai aan gegeven.
Tot nu toe is alleen het proloog en een stuk van Touhou 1: ''The Highly Responsive to Prayers'' af maar er zal snel meer materiaal volgen.
Jullie kunnen mij altijd vertellen wat jullie ervan vinden en wat er nog beter kan, kritiek is altijd welkom.
De geschiedenis van Touhou in een notendop
Noot van de auteur: Deze fanfic slaat absoluut nergens op en moet absoluut niet serieus genomen worden. Dit project is tot stand gekomen met de hulp van mijn verveling en mijn ''creativiteit'' en het is een op feiten gebaseerde humoristische vertelling van alle Touhou-spellen tot en met veertien. Maar genoeg tijd verspild, meisjes zijn aan het voorbereiden, wees geduldig totdat ze klaar zijn!
Hoofdstuk 1: Proloog
Ergens in het verleden, in het jaar 1996 om precies te zijn, leefde er in Japan een student die Jun'ya Ota heette die ook wel bekend stond als ZUN. Hij was een dronkaard die ervan hield om kleine minderjarige meisjes met excentrieke hoeden te tekenen, opeens had hij het knotsgekke idee om een er een wereld vol van te maken en zo werd het land Gensokyo en het Touhou project geboren.
Hoofdstuk 2: Touhou 1 - Hoogst aan te raden bij gelovigen
In het mystieke land Gensokyo leefde een miko die Reimu Hakurei heette, ze was een op geld beluste kapitalistische uitbuiter die zeer aantrekkelijke oksels had en die ervan hield om andere mytische wezens het leven zuur te maken. Nu was zij ook de beschermvrouwe van de Hakurei Schrijn, een stoffige, bouwvallige schrijn die als donatie-punt voor Reimu's woekerwoede diende. Zij had ook een stokoude, dementerende schildpad die Genji werd genoemd, zelfs op zijn oude dag moest hij nog als het vervoermiddel van de luie, gretige vrek Reimu die nog niet geleerd had om zelfstandig te vliegen, dienen.
Op een dag werd de schrijn tot puin en wrakhout gereduceerd door een nog onbekende dader. Gelukkig was haar donatie-doos nog intact, in het geval dat er iemand naar de schrijn zou komen om wat kleingeld in de doos te deponeren. Dat verschijnsel gebeurde maar zelden en baadde Reimu dus niet in de weelde waar zij altijd al van gedroomd had. Ze liet het hierbij niet zitten en streed met rasse schreden het pad af, daar vloog een rare yin-yang kogel die van gedaante kon verwisselen. Op het ene moment was het een man en in een oogopslag veranderde het vliegende object in een vrouw. ''Zal wel een hermafrodiet zijn of zoiets'', mompelde Reimu in zichzelf ''daar hebben we er hier genoeg van!''. Met behulp van haar technieken met haar eigen yin-yang kogel kon ze het rare bestaan op laten houden en verder gaan.
Maar wat nu? Op het scherm verschenen twee opties: ''MAKAI'' en ''HEL''. Reimu wist dat deze twee opties ongeveer hetzelfde betekende en koos haar lot. Na een potje iene-miene-mutte kwam ze uit bij de Hel. ''Nou goed'', dacht ze ''dan ga ik maar eens een uitstapje maken naar het hellevuur''. Langzaam daalde ze een aantal treden af naar een donkere en meurende kamer die slecht verlicht was. In de muffe grot was ook een lange gang uitgehakt die naar een nog grotere kamer leidde. Eenmaal aangekomen kwam Reimu oog in oog te staan met haar aartsvijand Mima, de wraakvolle geest die vaak bij de schrijn ging rondspoken. ''Mima, jij probleemveroorzakend gedrocht, ben jij degene die mijn prachtige schrijn heeft verwoest?!'' schreeuwde Reimu van woede uit. ''Ah, daar hebben we onze mini-investeerder'', zei Mima op een spottende toon ''nee, maar waarom zou ik? Ik heb al veel te vaak jouw schrijn verwoest. De lol is er nu wel af''. ''Ja, ja, verkoop geen lariekoek'', zei Reimu op een luide toon, ze begon nu wel echt haar geduld te verliezen. ''Voor zover ik weet ben jij de enige oorzaak van de verwoesting van al mijn schrijnen die ik met een lening moest bekostigen''. ''Pak aan!'', Reimu was er nu helemaal klaar mee, ze stond gereed om Mima eens een koekje van eigen deeg te geven. ''Laat me niet lachen'', ''een melkmuil die een machtige geest als ik wil verslaan? Haha!! Maar goed, laat mij maar zien wat je zoal geleerd hebt!'', zei Mima op een zeer sarcastische toon. Nu was de strijd tussen de oude rivalen begonnen.
Tot nu toe is alleen het proloog en een stuk van Touhou 1: ''The Highly Responsive to Prayers'' af maar er zal snel meer materiaal volgen.
Jullie kunnen mij altijd vertellen wat jullie ervan vinden en wat er nog beter kan, kritiek is altijd welkom.
De geschiedenis van Touhou in een notendop
Noot van de auteur: Deze fanfic slaat absoluut nergens op en moet absoluut niet serieus genomen worden. Dit project is tot stand gekomen met de hulp van mijn verveling en mijn ''creativiteit'' en het is een op feiten gebaseerde humoristische vertelling van alle Touhou-spellen tot en met veertien. Maar genoeg tijd verspild, meisjes zijn aan het voorbereiden, wees geduldig totdat ze klaar zijn!
Hoofdstuk 1: Proloog
Ergens in het verleden, in het jaar 1996 om precies te zijn, leefde er in Japan een student die Jun'ya Ota heette die ook wel bekend stond als ZUN. Hij was een dronkaard die ervan hield om kleine minderjarige meisjes met excentrieke hoeden te tekenen, opeens had hij het knotsgekke idee om een er een wereld vol van te maken en zo werd het land Gensokyo en het Touhou project geboren.
Hoofdstuk 2: Touhou 1 - Hoogst aan te raden bij gelovigen
In het mystieke land Gensokyo leefde een miko die Reimu Hakurei heette, ze was een op geld beluste kapitalistische uitbuiter die zeer aantrekkelijke oksels had en die ervan hield om andere mytische wezens het leven zuur te maken. Nu was zij ook de beschermvrouwe van de Hakurei Schrijn, een stoffige, bouwvallige schrijn die als donatie-punt voor Reimu's woekerwoede diende. Zij had ook een stokoude, dementerende schildpad die Genji werd genoemd, zelfs op zijn oude dag moest hij nog als het vervoermiddel van de luie, gretige vrek Reimu die nog niet geleerd had om zelfstandig te vliegen, dienen.
Op een dag werd de schrijn tot puin en wrakhout gereduceerd door een nog onbekende dader. Gelukkig was haar donatie-doos nog intact, in het geval dat er iemand naar de schrijn zou komen om wat kleingeld in de doos te deponeren. Dat verschijnsel gebeurde maar zelden en baadde Reimu dus niet in de weelde waar zij altijd al van gedroomd had. Ze liet het hierbij niet zitten en streed met rasse schreden het pad af, daar vloog een rare yin-yang kogel die van gedaante kon verwisselen. Op het ene moment was het een man en in een oogopslag veranderde het vliegende object in een vrouw. ''Zal wel een hermafrodiet zijn of zoiets'', mompelde Reimu in zichzelf ''daar hebben we er hier genoeg van!''. Met behulp van haar technieken met haar eigen yin-yang kogel kon ze het rare bestaan op laten houden en verder gaan.
Maar wat nu? Op het scherm verschenen twee opties: ''MAKAI'' en ''HEL''. Reimu wist dat deze twee opties ongeveer hetzelfde betekende en koos haar lot. Na een potje iene-miene-mutte kwam ze uit bij de Hel. ''Nou goed'', dacht ze ''dan ga ik maar eens een uitstapje maken naar het hellevuur''. Langzaam daalde ze een aantal treden af naar een donkere en meurende kamer die slecht verlicht was. In de muffe grot was ook een lange gang uitgehakt die naar een nog grotere kamer leidde. Eenmaal aangekomen kwam Reimu oog in oog te staan met haar aartsvijand Mima, de wraakvolle geest die vaak bij de schrijn ging rondspoken. ''Mima, jij probleemveroorzakend gedrocht, ben jij degene die mijn prachtige schrijn heeft verwoest?!'' schreeuwde Reimu van woede uit. ''Ah, daar hebben we onze mini-investeerder'', zei Mima op een spottende toon ''nee, maar waarom zou ik? Ik heb al veel te vaak jouw schrijn verwoest. De lol is er nu wel af''. ''Ja, ja, verkoop geen lariekoek'', zei Reimu op een luide toon, ze begon nu wel echt haar geduld te verliezen. ''Voor zover ik weet ben jij de enige oorzaak van de verwoesting van al mijn schrijnen die ik met een lening moest bekostigen''. ''Pak aan!'', Reimu was er nu helemaal klaar mee, ze stond gereed om Mima eens een koekje van eigen deeg te geven. ''Laat me niet lachen'', ''een melkmuil die een machtige geest als ik wil verslaan? Haha!! Maar goed, laat mij maar zien wat je zoal geleerd hebt!'', zei Mima op een zeer sarcastische toon. Nu was de strijd tussen de oude rivalen begonnen.